Het onderzoek komt op gang

Schepen Hendrik Meerts en geneesheer Marinus worden verwittigd en begeven zich naar de plaats van het onheil. Zij merken op dat rechtover de plaats waar het levenloze lichaam werd aangetroffen, aan de voet van een eik in het Zuurbroek, het gras is platgedrukt alsof iemand er uitgestrekt had gelegen. Er waren twee indrukken die bleken veroorzaakt te zijn door iemand die er geknield was geweest en niet ver daarvandaan nog een indruk die scheen aan te geven dat het hoofd van een persoon er stevig was aangedrukt.

Kort bij deze eik waren de takken van het kreupelhout die het tarweveld en de weide scheiden gekraakt alsof er een omvangrijk voorwerp doorheen was getrokken.

Er zijn twee getuigen die verdachte geluiden hoorden omstreeks het tijdstip dat Francisca het huis verliet. Francoise Serkyn, die zich omstreeks 9 uur op ongeveer driehonderd meter van het tarweveld Zevenborre bevindt, waar later het lijk wordt gevonden, hoort een hulpkreet, die vanuit die richting kwam.

Dominiek Mosselman die rond dat tijdstip op een 70 tal meter van de plaats van het delict voorbijkomt hoort het geluid als van een koe die door het kreupelhout kruipt.

Op de vindplaats worden geen sporen van een aanslag of van een vechtpartij gevonden. De moord moest wel elders gebeurd zijn.