Wat gebeurde er met Barat

Jan Baptist Barat zou dus worden terechtgesteld op een openbaar plein van de stad Halle. Zoals voorzien zou hij op de guillotine worden onthoofd. Terechtstelling werden in de tweede helft van de 19de eeuw maar uitzonderlijk uitgevoerd.

De advocaat van Barat ondernam een genadeverzoek bij de koning. Op 6 januari kwam er een bericht dat het genadeverzoek door de koning zou zijn verworpen en dat Barat de volgende dag zou worden terechtgesteld in Halle. Op 7 januari bleek het bericht onjuist en lag het lot van Barat nog niet vast. Pas op 14 januari volgde de ontknoping. Door het KB Nr 4040 van 14 januari 1853 werd Barat gratie verleend en de doodstraf omgezet in levenslange dwangarbeid. Op 24 januari 1853 verzocht de Procureur Generaal van het hof van beroep van Brussel de directeur van het “Maison de force” van Gent Jean Joseph(?) Barat in zijn instelling te willen opnemen.

 

Hij vordert de commandant van de Nationale Rijkswacht om Barat van de “Maison de Sureté Civile et Miliaire” in Brussel over te brengen naar Gent. 

Op 29 januari 1853 wordt Barat door rijkswachter Vanacken overgebracht naar de “Maison de Force” in Gent.

Barat krijgt het gevangenennummer 411 toegewezen. Hij wordt ingeschreven in het gevangenisregister (Régistre d’écrou) onder het nummer 4078. 

In het dossier van Barat vonden we zijn persoonsbeschrijving (vertaling):

Barat Jean Joseph Baptiste

Zoon van: Guillaume

En van: Françoise Musche

Geboren te: Pepingen, oud 37 jaar

Beroep: hoeveknecht

Verblijvend te: Dworp;

Lengte: één meter 650 millimeter

Haar en wenkbrauwen: kastanjebruin

Ogen: bruin

Neus: dik

Mond: groot

Kin: groot

Voorhoofd: middelmatig gerimpeld

Gelaat: ovaal

Baard: blond

Bijzondere tekens: ernstig getekend door de (kleine) pokken

Zoals vermeld op de fiche met zijn signalement overleed Jan Baptist Barat op 24 december 1854 in de gevangenis. Als doodsoorzaak vermeldt Dr Jocqué “phtysie scrofuleux” Het is een verouderde benaming voor wat vandaag TBC genoemd wordt. Een aandoening van de luchtwegen met kliervorming. Het was in die tijd een aandoening die niet doelmatig kon behandeld worden en vooral voorkwam in vochtige moerasgebieden.

Het is niet geweten waar Barat uiteindelijk begraven werd.