De bekentenis

Toen Barat op 31 augustus door de onderzoeksrechter met alle feiten werd geconfronteerd ontstond er bij Barat een aanvang van twijfel. Toen verbrak hij de stilte en bekende: “Neen, het is niet mijn zakdoek, het is van Francisca Meerts. Ja, ik heb het gedaan, en ik heb het gedaan omdat ze mij vervloekte!”

Onmiddellijk daarna vertelde hij alle details van de aanslag met volgend verhaal:

“Ik bevond mij in een hoek van de boomgaard toen ik Francisca zag aankomen op de kleine weg langs de haag van de boomgaard aan de kant van de perelaars. Ik zei tegen mezelf: Ah! Daar komt ze! Nu ga ik haar uitleg vragen over wat ze van me zei, en indien ze geen afdoend antwoord geeft zal ik haar de keel dichtknijpen. Ik verliet de boomgaard langs de opening die zich in de hoek langs de kleine weg bevindt en ik plaatse me op de hoek van de boomgaardhaag waar Francisca moest langskomen. Ik vroeg haar waarom ze aan haar zuster Jeanne (Joanna Catharina), gezegd had dat ze me vervloekte. Ze antwoordde me dat ze zulks niet zou herhalen en op het ogenblik dat ze aanstalte maakte om haar weg te vervolgen heb ik haar bij de schouders gegrepen, haar op de grond geworpen en mijn rechterknie op haar buik geplaatst. Ze schreeuwde: “Auw!”  Dan heb ik haar bij de keel gegrepen en die fors dichtgeknepen. Na enkele minuten gaf ze geen teken van leven meer…”

Hij voegde hier aan toe, dat wanneer hij zag dat ze geen teken van leven meer gaf, hij haar verplaatste naar de plek waar men haar de volgende dag vond.

Later paste hij zijn bekentenis en voegde er meer gedetailleerde uitleg aan toe. Zo bekende hij, dat hij de muts en het gebedenboek in de haag van de boomgaard had verstopt.

Zijn motief over de vervloeking door Francisca werd later door Jeanne Meerts ontkend.

Barat bleef ontkennen dat toen hij J. B. Musch verliet aan de hoeve Paesmans hij de omweg maakte met de intentie Francisca te ontmoeten en te vermoorden. Hij bleef ook ontkennen dat hij haar verkrachtte en dat hij haar geld stal.

Uit het verslag van het uitwendig onderzoek en van de autopsie van het lijk door de wetsdokter bleek evenwel dat er onweerlegbare sporen waren van een verkrachting.

 

In de kranten werd uitvoerig verslag uitgebracht over deze “gruwelijke” moord.

Ook tot ver buiten de regio zoals blijkt uit de Gazette van Lokeren van zondag 15 aug 1852.

 
gazette van lokeren